REISVERHALEN                       FOTOSITE                       GASTENBOEK




Galicië

Galicië is het oudste deel van het Iberische Schiereiland.
De bevolking stamt af van de Kelten en ze zijn trots op hun taal en cultuur.

Galicië, een autonome Spaanse regio, grenst in het zuiden aan Portugal, in het westen aan de Atlantische Oceaan, in het noorden aan de Golf van Biskaje en in het oosten aan de andere Spaanse autonome regio’s Asturië en Castilië-León.
De regio telt vier provincies: A Coruña, Pontevedra, Ourense en Lugo. Santiago de Compostella is de hoofdstad, A Coruña de financiële hoofdstad en Vigo is de grootste stad.
Galicië heeft twee officiële talen, het Galicisch of Gallego en het Spaans.

Momenteel is Galicië een van de armste delen van West-Europa. De laatste jaren ontvangt de regio regelmatig subsidies vanuit de Europese Unie.





Galicische horreo



Batea


Crucero


pulpo


St.Jacobsschelp


pelgrims


Palloza


Logo Paradores


wilde paarden


Een mild, regenachtig klimaat maakt deze regio anders dan de rest van Spanje.
Galicië heeft een groen landschap en een cultuur met oude Keltische wortels.
Galiciërs houden van folklore, van romerías (pelgrimsfeesten) en andere kleurrijke fiesta's begeleid door gaita's (doedelzakspelers).


Weinig toeristen kennen dit onontgonnen stuk natuur met zijn duizend rivieren, weiden en bossen, glooiende bergen met engten, kloven en diepe dalen. Het heuvelachtige binnenland wordt voor een groot deel gevormd door uitgestrekte bossen met eiken, beuken en vooral eucalyptusbomen. De tijd lijkt hier te hebben stilgestaan. De kleine boeren die er wonen, werken nog traditioneel met ossen en paarden. Het graan en andere voorraad worden opgeslagen in horreos, schuren op palen. Aan de kust zorgen mimosa's, camelia's, gardenia's, palmen, sinaasappel- en citroenbomen voor een weergaloos kleurenpalet.


De 1200 kilometer lange kustlijn is ingesneden door ria's, brede inhammen, een soort fjorden, waarlangs de zee het land binnensijpelt.
De mooiste zijn de ongerepte Rias Baixas in het zuidelijk deel van de Westkust. Het klimaat is er veel beter dan aan de noordkust. Ze bieden beschutte baaien, zandstranden waar je veilig kan zwemmen en ideale omstandigheden voor watersport, en vooral voor schelpdiervisserij.
Langs de wilde Rias Altas in het Noorden, tussen Ribadeo en A Coruña, worden diepe ria's afgewisseld door baaien en landtongen. Er liggen charmante stadjes en vissersdorpjes. De heuvels in het binnenland zijn bedekt met dennen- en eucalyptusbomen.


Er liggen veel bateas, het lijken half ondergedoken duikboten, maar het zijn houten platforms waar mosselen, oesters en Sint-Jakobsschelpen gekweekt worden.
Bateas gaan zo'n vijftien jaar mee dankzij het sterke eucalyptushout. De naam van de eigenaars prijkt trots op een bordje. De mosselen hangen er aan lange koorden onder water tot ze geschikt bevonden worden om te oogsten.


De kust heeft stranden die uitkijken op het open water en stranden in rustige, beschutte ria's; goudkleurige zandstranden met de allerhoogste golven en stranden met het blakste water; aantrekkelijke eilandjes en een prachtige natuur.
Het is een paradijs voor wandelaars, natuurliefhebbers, vissers, surfers en andere watersporters.


De vissector is de grootste van Spanje. De kweek van mosselen en andere schaaldieren weerspiegelt zich in de Galicische gastronomie. Dit zorgt voor een zeer gevarieerd zeebanket in de keuken met schelpdieren zoals oesters, eendenmosselen, krabben, kreeften, kokkels en Sint-Jakobsschelpen. Ook vis zoals tarbot, stokvis, tong en niet te vergeten gekookte pulpo of octopus, geserveerd op een traditionele manier met olijfolie en paprika, staat op de menu. .


Tegenwoordig neemt het toerisme toe. Vooral bij de Spanjaarden zelf, die zomers de hitte ontvluchten.
Toeristen kunnen terecht in plattelandshuizen of op boerderijen, maar ook in paradores. Paradores zijn luxe staatshotels in gerestaureerde, voormalige kloosters, kastelen en paleizen


De ontdekking van de vermeende graftombe van de apostel Jakobus in de 9de eeuw maakte van Santiago de Compostela gedurende meer dan duizend jaar een belangrijk bedevaartsoord. Tegenwoordig is de Galicische hoofdstad de grootste toeristenattractie van de regio. Pelgrims en toeristen volgen nog altijd de pelgrimroutes (Caminos de Santiago) door Noord-Spanje met het eindpunt in Santiago de Compostela.


Typisch Galicisch naast de horreos, bateas, pallozas, paradores en cruceros zijn de duizenden wilde paarden, die vrij leven in de Galicische bergen. Het "Rapa das Bestas" is dan ook een van de spectaculairste feesten in Galicië. Een keer per jaar worden de paarden vanuit de bergen in een kraal verzameld om gebrandmerkt te worden.

REISVERHALEN                   FOTOSITE                   Reacties welkom in ons GASTENBOEK