REISVERHALEN                       FOTOSITE                       GASTENBOEK


ANDALUSIË

2 september - 14 oktober 2005


                     

Meer weten over Andalusië?    Klik hier


Vrijdag, 2 september
Onder stralende zon vertrekken Willy en ik voor 6 weken richting Andalusië met de camper "= onze Casa Flora" en GPS "= ons Vera".
Het wordt een avontuur want Spanje is nieuw voor ons en we zijn voor het eerst meer dan 2 weken op pad.
De route is ongeveer uitgestippeld en de reis is voorbereid, met veel info en tips bekomen via internet uit reisverhalen van campergenoten, waarvoor onze dank.

10 uur en al 17°C! Volgens Frank Deboosere krijgt West-Europa een echte nazomer.
Met de autosnelweg rijden we via Luik door Luxemburg tot Toul in Frankrijk.
Vanaf hier volgen we de alternatieve route (N74) langs Neufchâteau tot Langres.
In Langres overnachten we op camping "La Liez du Lac".
Achteraf blijkt dat dit niet nodig was. Voor 7 euro kan je je chemische cassette ledigen en overnachten op de parking van de camping.

dag 1 - 517 km afgelegd - Overnachting: Camping La Liez du Lac: Langres

Zaterdag, 3 september
We trekken verder met de N74 via Beaune tot Chagny, dan met de N6 door Chalon-sur Saône tot Villefranche. Hier nemen we de ring rond Lyon tot Vienne, waar we de N7 nemen tot Pierlatte, dan de N86 tot Nîmes, de N113 tot Lunel en van hier verder naar de kust tot La Grande Motte, Carnon en Palavas-les Flôts.
Volgens internetinfo zou hier een kampeerplaats zijn met de nodige service, zelfs douches. Bij het binnenrijden van Palavas-les Flôts staat op de rotonde een aanwijzing en toch kunnen we de campersite niet vinden.
Ondertussen is het al 20.30u. We zijn moe en willen hier toch ergens overnachten.
Aan de vissershaven staat een camper. We installeren ons op dezelfde parking.
Het is hier best romantisch met al die vissersbootjes, de vissers en de verlichting.
Het was snikheet vandaag (27°C - 34°C)
Na een laat etentje en een wandeling belanden we doodmoe in onze nest.

dag 2 - 613 km afgelegd - Overnachting: a.d vissershaven Palavas les Flôts

Zondag, 4 september
07.45u: We zijn weer op weg. Tussen Sète en Cap d'Agde zien we verschillende mogelijkheden tot parkeren en/of overnachten. Dat moeten we onthouden voor de terugweg.
We volgen de N112 tot Béziers waar we een riant plaatsje vinden om te picknicken. Met de N9/N213 rijden we via Narbonne tot Perpignan en verder met de N114 langs Elne tot de Côte Vermeille.
Vanaf hier volgen we de kustweg via Banuyls-sur-Mer en dan over de grens tot Cerbere.
We kregen de raad: "Doe het rustig aan, leg niet teveel kilometers in een dag af, geniet van de reis zodat je niet oververmoeid aankomt op je bestemming."
Deze gouden raad nemen we in acht!

We nemen de fantastisch mooie kustweg met aan de ene kant, diep beneden, de zee en aan de andere kant de bergwand. Hier en daar zijn stopplaatsen voorzien zodat je kan genieten van de buitengewone uitzichten.
Aan de vissershaven in St.Feliu de Guixols vinden we een plaatsje voor de nacht.
Kort na ons komt een Frans echtpaar naast ons staan. Ze komen terug van een rondreis in Andalusië en beweren dat in tegenstelling tot Frankrijk, Spanje niet campervriendelijk is. Er zijn bitter weinig voorzieningen voor campers. In het laagseizoen tolereert (gedoogd) de politie dat je hier of daar "parkeert".
Tot in de late uren worden info en belevenissen uitgewisseld. Later komen nog twee Duitse campers ons vervoegen.

dag 3 - 408 km afgelegd - Overnachting: a.d vissershaven St.Feliu de Guixols

Maandag, 5 september
Om 8 uur wijst de thermometer al 23°C aan. Dat belooft voor vandaag.
We zetten onze tocht verder langs een van de mooiste Spaanse kustwegen.

Kronkelend, slingerend, stijgend, dalend, soms nogal smal en met uitzonderlijk mooie uitzichtplaatsen, in tweede versnelling en aan een gemiddelde van ongeveer 30km per uur rijden we van St.Feliu de Guixols door Tossa de Mar, LLoret de Mar, Blanes en Sta Christina de Aro.

Palafrugell, Palamós, LLoret de Mar, Blanes.. mooie dorpjes, maar overdruk, overvol en toeristisch. Hier verblijven is niets voor ons. Zelfs er doorrijden enerveert me. Je geraakt stapvoets door de hoofdstraat. Achteraf hoorden we dat juist vandaag de "Ronde van Spanje" hier doorkwam. Dat was misschien de oorzaak van al die drukte en opstopping.

We vervolgen onze route met de NII tot Mataró waar we de ring rond Barcelona nemen.
De snelweg C32/NII volgt de kust tot Barcelona - dan richting PORT B10/C32 Airport (El Prat) volgen en in Casteldefells Sud de snelweg verlaten om verder te gaan met D246 (langs Sitges).
Dit kost ons zo'n 12 euro maar heeft ons heel wat moeite en tijd gespaard!
Om 14u30 zijn we in Sitges en krijgen we onze eerste regenbui.
De N340 brengt ons via Tarragona naar Cambrils en naar Camping La Torre del Sol.
La Torre del Sol is een uitstekende camping met alle comfort: direct aan zee, zandstrand, zwembad, jacuzzi,... en je kan betalen met campingcheques.
Eindelijk rust, ontspanning, bekomen van de reis.
Laura is ondertussen weer van de partij en het kwik is gestegen tot 29°C.
Belgische buren komen vrijwel direct een babbeltje slaan en geven ons alle mogelijke info i.v.m. de camping.
's Avonds om 20u00 nemen we nog een duik in zee, dan even internetten en vroeg in de veren.

Maar, zoals we van de buren al vernamen zorgde de discotheek voor storende muziek tot middernacht en viel er niet te slapen. Een paar uur later worden we getrakteerd op hevige wind, gedonder en bliksem.
Willy is opgestaan om de luifel dicht te draaien, de was binnen te halen en de vensters te sluiten.
Hij was lang niet de enige die voorzorgen nam. Maar, het bleef droog!

dag 4 - 252 km afgelegd - Overnachting: Camping La Torre del Sol: Cambrils

Dinsdag, 6 september
Om van de reis zelf ook te genieten en niet oververmoeid in Alicante aan te komen, want daar begint onze sight-seeingtocht echt, willen we hier een extra dagje blijven. Maar het weer is spelbreker. Rond 10u begint het hevig te regenen. Dus trekken we verder. Met de N340 komen we tegen de middag voorbij Peniscola in Ampolla aan. Het is gestopt met regenen en de zon is weer van de partij.
In Playa Deltebre vinden we een rustig, niet toeristisch plekje aan het strand. Hier zouden we eventueel kunnen overnachten, maar het is nog te vroeg. Na de picknick en een zwempartijtje zijn we weer op weg.
In Alcossebre, vlak vóór camping Playa Tropicana is een inham waar 4 campers staan. We twijfelen om er bij te gaan staan, maar we zijn niet zo'n durvers en nog niet gewend aan wildkamperen.
Dus opteren we voor de camping om te overnachten.
Tijdens onze rondreis komt daar wel verandering in.

De zee is woelig en er staat een grote golfslag.
Na een flinke duik in zee voelen we ons als herboren.
's Nachts begint het opnieuw te donderen en bliksemen met regenbuien tot 's morgens.
Het water stroomt door de straten. Gelukkig staan we niet bij die vrije kampeerders, ze staan daar compleet in het slijk.

dag 5 - 148 km afgelegd - Overnachting: Camping Playa Tropicana

woensdag, 7 september
Het regen, regent, regent... deze keer geen bui, het blijft duren. De regen plenst met bakken neer.
De temperatuur blijft laag vandaag en er hangen dreigende wolken. We trekken weer verder.

In Burriana El Grau nemen we pauze. Je kan hier rustig staan, in het hoogseizoen zal dit waarschijnlijk niet lukken. De villa's, buitenverblijven, aan de andere kant van boulevard zien er verlaten uit.

Van hier rijden we met de CV10 tot vóór Sagunto. Dan, rond Sagunto en rond Valentia met de E15 tot afrit 535 (= geen betalende autopista). Met de N332 komen we in Cullera aan zee. De citrusplantages, kenmerkend voor de Costa de Ahazar, kleuren de wegen groen. De zon is er doorgekomen en het kwik is gestegen tot 22°C.

In Cullera nemen we een ontspannende pauze. Na een poosje ziet Willy dat we hier beter niet staan. Kort bij onze Casa Flora staat een groot bord met verboden te parkeren voor campers, caravans, tenten, verboden te picknicken, verboden van alles en nog wat op straf van "sancio maxima!". We kunnen dus beter ophoepelen en onze weg verder zetten naar Playa de Gandia.



Via Oliva bereiken we Denia Port. Volgens onze info zou hier een camperplaats zijn waar je 2 x 24 u mag staan. Maar, we vinden het niet en overnachten dan maar op de parking van de jachthaven Denia Marina.
Om 19u30 zijn we gesetteld. De weergoden zijn ons niet goed gezind. Het regent weer, het giet met bijhorende donder en bliksem.

dag 6 - 300 km afgelegd - Overnachting: a.d jachthaven Denia Marina

Donderdag, 8 september
Na het kletterend onweer van deze nacht vormen zich aparte wolkenpartijen. Samen met de opkomende zon resulteert dit in een spectaculair panorama en mooie foto's die zorgen voor blijvende herinneringen.

Bij het shoppen worden we geholpen door een vriendelijke jongedame die vloeiend Engels spreekt. Ze geeft ons alle mogelijke info en verwijst ons naar een idyllisch plekje. Daarvoor moeten we de kust volgen tot LasRotas/La Racona en door een straatje dat doodloopt aan de rots van de Cap de Sant Antoni. Bovenop de rots zie je de Torre del Ferro, een moors overblijfsel. Vóór de rots is een inham met parkeerplaats. Hier zou het zalig overnachten zijn. Onthouden dus! Terug langs de kust via Xabia/Javea willen we naar Cap de la Nau en de Faro de la Nau. De weg (zo'n 12 km lang) is weer eens smal en kronkelend langs de bergwand maar met uitzonderlijk prachtige uitzichten!!! Jammer genoeg zijn er geen stopplaatsen om rustig te genieten.

Eens door Javea stuurt ons Vera (GPS) ons door smalle straatjes waar zelfs geen tegenligger kan passeren. Mits goede wil van toch een tegenligger die achteruit rijdt tot we voorbij kunnen, geraken we terug op de normaal berijdbare baan. Even ons hartje vast gehouden!
De Cap en de Faro de La Nau zijn echt de moeite waard. Het is ondertussen 14u00 en 29°C. Een beetje té warm naar mijn zin.
Op onze weg terug langs Moraira naar Calpe zien we de Cap in de verte, met de torenhoge wolkenkrabbers ernaast, verlicht door de zon. Bijzonder mooi! We houden halt om er rustig van te genieten.
Dan rijden we verder door Villajojosa en Altea naar El Campello.
Villajojosa is een vissersdorpje, erg druk en camperonvriendelijk.
Vanaf Calpe tot El Campello loopt de weg evenwijdig met de kust met aan de andere kant een vlak woestijnachtig landschap. Dit soort landschap loopt door tot Alicante en Elche.

Om 19u00 arriveren we op Camping Costa Blanca. Het is nog altijd 29°C zodat afkoeling in het zwembad zeer welkom is.

dag 7 - 137 km afgelegd - Overnachting: Camping Costa Blanca: El Campello

Vrijdag, 9 september
In El campello op Camping Costa Blanca blijven we twee nachten. Vanaf hier begint onze tocht door Andalusië. Om veiligheidsredenen verkiezen we op een camping te staan en maken gebruik van het openbaar vervoer om citytrips te maken.

10u00 en 30°C: Met de tram reizen we naar Alicante.

Alicante, de hoofdstad van de Costa Blanca, ligt tussen de zee en de bergen. Het is een grote, drukke, moderne stad, met een rijke haven en een mooie boulevard. Hoog boven de stad torent het kasteel van Santa Barbara. Het is snikheet. We vinden afkoeling in de schaduw op een terrasje aan de haven. Ik heb het hier vlug gezien en wil terug naar de camping.

16u00: De temperatuur is wat gezakt.Wij zijn wat bekomen en uitgerust en willen naar het strand. Volgens de folder ligt het strand op 450m. Je moet een sleutel afhalen om door een apart hekje achterin de camping naar zee te kunnen. Eerst moet je, op eigen risico, door een gat in de omheining over de spoorweg, dan weer door een gat in de omheining, over een braakliggend stuk land en je komt op een drukke straat uit. Als je die straat oversteekt ben je bijna in de haven en een eindje verder rechts is ..... het strand!
Verder is op deze camping niets aan te merken. Als doorreiscamping is ze zeker goed.

dag 8 - Overnachting: Camping Costa Blanca - El Campello

Zaterdag, 10 september
08u00 en 28°C: Op ons programma staat een bezoek aan Elche.
Wij rijden met de Camper naar de stad en vinden hier bij toeval een parkeerterrein dicht bij het centrum.
Eerst halen we documentatie en een stadsplan bij het toeristenbureau. Ze raden ons aan eerst naar het bezoekerscentrum te gaan waar een diavoorstelling met uitleg over de stad loopt.

Elche (Catalaans Elx):
  • heeft het grootste palmenbos (300.000 palmbomen) van Europa

  • is de bakermat van de schoenindustrie

  • hier is het borstbeeld van "La Dama de Elche" gevonden

Onze wandeling door het historisch centrum begint in het beroemde palmenpark.
Zo komen we aan het Archeologisch Museum, dat jammer genoeg gesloten is.

Vlakbij bevindt zich de basiliek Santa Maria, een barokke kerk (17e eeuw) met een koepel van blauw aardewerk. Voor 2 euro kan je de toren in. 167 trappen! Je wordt dan ook beloond met een spectaculair uitzicht over de stad en het palmenbos. Vanaf de basiliek zie je de façade van de gotische toren La Calaforra, een restant van de verdedigingswerken van de stad.

Verder zijn er nog het stadhuis, de Calendura toren, de Arabische baden, ......
Het was een gloedhete dag, te harden doordat er een windje blies en mits de nodige terrasjes tussendoor.
Elche viel bijzonder mee!
Langs de salines en de Torre del Tamarit van Santa Pola rijden we verder en zoeken een geschikte overnachtingplaats.
19u00: Het begint te donkeren en we zijn moe. We komen aan op Camping La Marina. Een super-de-luxe camping maar er hangt een prijskaartje aan: 36,81 euro!!!
Wat zijn wij met al dat comfort als we morgenvroeg toch verder reizen? Wij naïevelingen!

's Avonds, het is al donker, maken we een wandeling en zien op zo'n 15 minuutjes afstand een prima plekje om te overnachten. Er staat een camper met generator. Op de koop toe zien we vóór de camping een zuil voor campers staan. Voor 4 euro kan je je chemische toilet ledigen en voor 3 euro ook op de parking staan.
Deze dure camping was absoluut niet nodig. We zijn weer een ervaring rijker.

dag 9 - 86 km afgelegd - Overnachting: Camping La Marina

Zondag, 11 september
08u00 - 22°C: Het is minder warm vandaag, de zon breekt niet door.
We zetten onze tocht verder via Guardamar de Segura (N332) langs de kust door Torrevieja tot La Zenia, Verder door Pilar de Horodada, langs Torre de Horodada en El Mojon met als doel San Pedro del Pinatar.
Weer volgens onze internetinfo zou hier bij de haven, aan een lange pier, overnachtingsmogelijkheid zijn bij het strand aan de boulevard.

Langs de salines komen we in San Pedro del Pinatar maar vinden geen geschikte plaats voor de nacht.
Overal staan verbodstekens voor campingcars, caravans, tenten... Aan de haven is een slagboom, je kan er niet verder.

Dus keren we terug naar El Mojon, zo'n 5 km vóór San Pedro. We verlaten de N332 en rijden richting kust.
We parkeren in een doodlopend straatje, vlak aan zee, heel rustig met aan de ene kant villa's (buitenverblijven), waar geen beweging te bespeuren is, en aan de ander kant een park in aanleg. Naast het park is een grote parking waar "alles en nog wat" verboden is. Er staan nochtans een vijftal campers, met stoelen, tafels en was buiten. De politie komt een paar keer voorbij maar reageert niet.
16u00: We zijn geïnstalleerd en wel, klaar om te genieten en te zwemmen. Nadien flaneren we de hele zeedijk af. Het is heel rustig, er zijn alleen een paar Spaanse zondagstoeristen.
In een lokaal restaurantje trakteren we onszelf op een aperitiefje, Sangria, wat alleen per liter te krijgen is.
Het wekt de eetlust, zodat we onze eerste tapas bestellen. Heerlijk! Nadien wandelen we het hele eind zeedijk terug. De koelte van de avond en ook de fysieke inspanning doen deugd. Tenslotte hebben we de laatste dagen veel rondgetoerd en weinig beweging gehad.

Het was een dag die we niet gauw zullen vergeten.

dag 10 - 106 km afgelegd - Overnachting: aan boulevard - El Mojon

Maandag, 12 september
07u15: We hebben geluk. De zon zien opkomen boven de zee maak je niet iedere dag mee. We schieten een reeks foto's. Onze dag kan niet meer stuk.
Na het ontbijt vertrekken we richting Mar Menor.

Het eerste dorpje dat we tegenkomen is opnieuw San Pedro de Pinatar - Lo Pagan. En, inderdaad hier staan veel campers aan de boulevard. Je kan hier in Lo Pagan overal parkeren.
Er staat ook een gerestaureerde authentieke Spaanse molen "Molino de Quintin".
We rijden door en komen op de playa in Los Alcazares terecht.

Weer een doodlopend straatje aan de dijk, naast een pleintje met aan de andere kant de beschutting van de huizen, waarvan het merendeel momenteel niet bewoond (of verhuurd) is. We kunnen aan het strand zitten en in zee zwemmen met zicht op onze Casa Flora.

10u30: Hier blijven we vandaag staan en overnachten.
Een paar Belgen die met hun fiets de omgeving verkennen, zagen onze Belgische nummerplaat en kwamen gedag zeggen.
De dag is zó om. 's Avonds begint het te waaien. Er hangt onweer in de lucht. Het blijkt eigen aan dit seizoen dat er regelmatig een onweer opsteekt dat meestal ook vlug voorbij is. Het geeft alleszins afkoeling. De temperatuur blijft aangenaam, het zeewater is nog warm en de nachten zijn koel.

dag 11 - 24 km afgelegd - Overnachting: aan boulevard: Los Alcazares

Dinsdag, 13 september
Vannacht heeft het serieus geregend en gedonderd. De temperatuur is gezakt tot 15°C. We verlaten ons mooi plekje met de bedoeling naar La Manga del Mar Menor te rijden.

Sinds we in Spanje zijn heeft ons Vera (GPS) regelmatig kuren. Nieuwe banen zijn niet gekend, aan rotondes krijgen we meestal een afslag teveel aangeduid. Het is echt nuttig en nodig om zelf met gedetailleerde kaarten de weg mee te volgen, vooral als je de hoofdbaan verlaat.

Het is weer zover. Voor we er erg in hebben zijn we in Cartagena en hebben heel wat rondjes gereden. Bovendien begint het weer te regenen. We veranderen ons doel en rijden naar een camping die vermeld is in ons campingchequeboekje.
Rond 12u00 komen we aan op de FKK Camping El Portus.

De camping ligt midden in de natuur, omgeven door rotsen, met een privé kiezelstrand.
Het water is glashelder. Zo gauw we gesetteld zijn halen we onze palmen en tuba boven en duiken de zee in. Kleurrijke scholen kleine vissen zwemmen in handbereik. Dit is genieten!!!

Ondertussen is het kwik gestegen tot 25°C en het is weer droog, maar er staat een nijdige wind.
We zijn vergeten inkopen te doen en zullen het moeten stellen met de beperkte keuze van het plaatselijke mini-winkeltje.
Het zit ons mee. De visboer komt hier om de twee dagen en we zijn net op tijd om mosselen te kopen voor ons avondeten. De schelpen zijn groot in verhouding met de vrucht, maar ze zijn lekker.
Dit is "echt" vakantie en we zijn nog niet in Andalusië, wat toch het doel is van onze trektocht.
Tegen de avond gaat de wind liggen. Ingesloten door de rotsen zullen we hier vast geen zonsopgang of -ondergang te zien krijgen.

dag 12 - 82 km afgelegd - Overnachting: Camping El Portus

Woensdag, 14 september
11u00 - 30°C: met af en toe een nijdig opstekende wind.
We besluiten een extra dagje te blijven om gewoon te genieten en vakantie te vieren.
"Il Dolce far niente" "Zalig nietsdoen"!

dag 13 - Overnachting: Camping El Portus

Donderdag, 15 september
08u00 - 20°C: Vandaag keren we een eindje terug naar La Manga del Mar Menor.
We moeten door Cartagena, een drukke, bezienswaardige stad, maar we stoppen niet. Ergens moet je een keuze maken.
13u00 - 35°C: We komen aan op Camping "La Manga". De wind van de laatste dagen blijft uit. Daardoor is de hitte moeilijk te verdragen.
De Playa in La Manga: Wat een verschil met El Portus! De voor zwemmen afgebakende ruimte ziet bruin van het omgewoelde zand (zeg maar slijk).
Wat een tegenvaller. Hierin zwem ik niet.
Dan maar met de bus naar Cabo de Palos en naar de stad La Manga del Mar Menor. Weer mis poes! De bus geeft verstek.
We wijzigen onze plannen. Morgen zullen we vroeg uitchecken en met de camper tot Cabo de Palos rijden.
Eerst wat zwemmen in het zwembad en bekomen van de hitte. Nadien de was doen. 't Is me hier wat in deze eerste categorie camping! De wasmachine vertikt het, na veel gepalaver aan de receptie wordt die hersteld. Op de koop toe werkt nadien ook de droogmachine niet, ze slikt wel mijn muntje waar ik 3 euro voor betaalde.
In tegenstelling met de vorige camping El Portus (2de cat.) waar het kleinschalig en gezellig was, is dit eerder een groot vakantiedorp. Alles loopt hier blijkbaar in het honderd.

Maar, we maken hier een zonsondergang en een zonsopgang mee zodat ons verblijf hier toch nog meevalt.

dag 14 - 48 km afgelegd - Overnachting: Camping La Manga

Vrijdag, 16 september

09u30 - Cabo de Palos: een klein haventje en een kaap. Mooi, maar niet om zo'n omweg en zoveel moeite voor te doen.
Om 11u00 zetten we koers via Cartagena naar Mazarrón. Eens door Cartagena slingert de weg zich door kale bergen met als afwisseling de lelijke plastieken serres (hier tomatenkweek) die de costa Almeria zo kenmerkt.
Net voor Mazarrón verlaten we de N332 en nemen een klein kustwegje dat ons naar Isla Plana / La Azohia brengt en naar een uitgelezen plekje op een parking aan zee voor een ontspannende stop. Hier zijn verschillende plekjes om eventueel te overnachten maar wij willen verder.

Door Aguilas (N332), in San Juan de los Terreros nemen we weer een kleine kustweg. Hier zien we een 10-tal campers aan het strand staan, tussen de bomen en pal aan zee. We gaan even kijken en sluiten ons bij de groep aan.

15.00u: We hebben nog de hele namiddag voor ons. je kan hier water tappen en een zoetwaterdouche nemen. Het luilekker genieten duurt niet lang.
Rond 17.00u krijgen we een kort en krachtig, kletterend onweer. De politie komt regelmatig controlerondjes draaien voor de veiligheid.

dag 15 - 146 km afgelegd - Overnachting: a.strand San Juan de Los Terreros



Zaterdag, 17 september
Nadat we de zonsopgang hebben vereeuwigd, zijn we weer op weg. Eerst volgen we de kustweg langs mooie, witte dorpjes zoals Villaricos.

Hier is overal mogelijkheid voor campers om te staan. De straatjes zijn smal, sommige doodlopend. In Carboneros geraken we vast in een van dergelijke straatjes. Een auto staat te kort op de hoek zodat we de straat niet kunnen indraaien. Gelukkig komt de schuldige chauffeur na een tijdje opdagen, zodat we verder kunnen.
Na deze minder prettige ervaring hebben we er genoeg van. We nemen weer de hoofdweg. Met de N341 rijden we naar de A7-E15 en richting Almeria, door kaal berglandschap en resems plastieken serres.
En dan, bye, bye plastiek en bye, bye zee, costas en playas. De A92 loopt het binnenland in via Guadix naar Granada. Als we Guadix naderen, verandert het landschap en wordt vlak met in de verte de bergen van de Sierra Nevada. Eens door Guadix zitten we weer volop in de bergen. De zo bekende holwoningen hebben we gemist, niet gezien.
14.00u en 25°C: We zijn gesetteld in camping Reina Isabel, in La Zubia, Granada. Het is een kleine nette camping (2de cat.) met goede busverbinding naar de stad. Meer moet het voor ons niet zijn, we zijn toch de hele dag op stap.

Op onze wandeltocht in de omgeving vinden we eindelijk een cybercafé. Tot hiertoe was er op geen enkele camping internetaansluiting, hoewel sommigen er reclame mee maken in hun brochure.
Tijdens het weekend is het niet mogelijk om tickets voor het Alhambra te reserveren. Dus morgen met de eerste bus op pad en hopen in de voormiddag binnen te geraken. We kruipen extra vroeg in onze nest, morgen wordt vast een drukke dag.

dag 16 - 294 km afgelegd - Overnachting: Camping Reina Isabel: La Zubia

Zondag, 18 september
Granada! Een van de topitems op ons reisprogramma en wie GRANADA zegt, zegt ALHAMBRA.

Granada werd gedurende 700 jaar bezet door de Moren, tot 1492. De Moorse heersers maakten Granada tot de mooiste stad van Al Andalus en bouwden boven op de heuvel, steil boven de kloof van de Río Darro, het momenteel wereldberoemde Alhambra, de rode burcht.
Het was een verdedigingsvesting maar ook de verblijfplaats van de koning en zijn volk, een echte stad omgeven door een 4km lange muur.

Met de eerste bus trekken we naar Granada, naar de Plaza Nueva en van hieruit met een minibusje naar het Alhambra of De Tuin van het Hemelse Paradijs.
Om 09.00u staan we aan te schuiven in de rij en kunnen nog net een ticket bekomen voor deze voormiddag d.w.z. een bezoek van 09.00u tot 14.00u. Op ons ticket staat dat we in het Paleis van de Nasriden binnen mogen tussen 10.00u en 10.30u. Er is een quota gesteld door de Unesco, per uur worden slechts 400 personen binnengelaten.
We beginnen met een bezoek aan het Alcazaba, het oudste gedeelte, waarvan alleen de buitenmuren zijn overgebleven .
Vanaf de torens heb je schitterend uitzicht over het Alhambra, de Sierra Nevada, de vlakte van Córdoba en de rest van Granada.
En dan kom het Palacios Nazaries, de Casa Real, aan de beurt, een rijk paleis met verfijnde afwerking, fonteinen en waterpartijen.
Je wordt hier overweldigd door de vele indrukken, ongeëvenaarde rijdom en pracht: marmeren vloeren, marmeren zuilen, plafonds van ingelegd hout of albaststucwerk, muren met arabesken en verfijnd houtsnijwerk...
Alle ruimten komen op de één of andere manier uit op patio's met fonteinen, overal hoor je water stromen.
De Patio de los Leones, het Leeuwenhof, heeft 124 zuilen met in het midden een fontein gedragen door 12 marmeren leeuwen.
De Patio de Arrayanes of Mirtenhof bestaat voor het grootste gedeelte uit een lang, breed met mirten omzoomd bassin, dat de gevels van het gebouw aan de binnenplaats weerspiegelt.
Nadien bezoeken we het Paleis van Karel V: een renaissance gebouw met ronde binnenplaats, omgeven door een zuilenrij, dat in de 14de eeuw is bijgebouwd. Dit gebouw past niet echt bij de rest van het Alhambra.
De nog resterende tijd slenteren we rond in het Generalife: het zomerverblijf en de tuinen van de sultans, met overal beekjes, bassins, waterspuwers, watervalletjes, fonteinen,bloemen en perken.

Om 14.00u is ons bezoek afgelopen.
Het Alhambra is adembenemend mooi!!! Je mag dit zeker niet missen wanneer je ooit in Andalusië bent!

Het is weer heet vandaag. We zoeken afkoeling en verpozing op een terrasje om de overdaad aan indrukken te verwerken.
Nadien nemen we de bus naar het Albaicin, een Moorse wijk, met typische smalle straatjes en witgekalkte huizen, die aan de andere oever van de Rio Darro op een heuvel ligt. Op het pleintje aan de Mirador San Nicolas heerst een gezellige sfeer, straatmuzikanten zingen er spontaan onder gitaarbegeleiding. Je hebt hier een groots zicht op het Alhambra dat aan de andere kant van de rivier ligt. In de verte zie je grote delen van de vroegere muren rond de stad.

Uiteindelijk keren we terug naar de camping. In het restaurant doen we ons tegoed aan een plaatselijke paella zodat we er weer tegenaan kunnen.
Om 20.30u worden we opgehaald door een minibusje voor een "Noche Flamenco en El Sacramonto". Een arrangement van de camping in samenwerking met verschillende hotels.
We krijgen een authentieke flamenco show te zien, de Spaanse flamenco die gepaard gaat met handgeklap (geen castagnetten) en die meestal doorgaat in familieverband. De show gaat door in een van de vele grotten, in de zachte rots uitgegraven woningen, van Sacromonte waar de zigeunergemeenschap van Granada woont. De streek wordt beschouwd als de bakermat van de Spaanse flamenco.

Als toemaatje brengt het busje ons na de voorstelling naar het Albaïcin. Het uitgelezen zicht dat je van hier op het Alhambra hebt, maakte deze namiddag al een geweldige indruk, nu "by night" is het op zijn minst gezegd betoverend.
Om middernacht zijn we terug aan de camper en daarmee eindigt ook ons bezoek aan Granada.

dag 17 - Overnachting: Camping Reina Isabel - La Zubia

Maandag, 19 september
Van Granada vertrekken we voor een tocht door het hooggelegen dal van de Alpujarra, aan de zuidelijke helling van de Sierra Nevada.

Na zo'n 50km passeren we Lanjaron met zijn terassenplantages van fruit en olijfbomen.
Nadien rijden we door Orgiva. Hier splits de baan. Zo'n 92 km verder ligt in het hooggebergte, Trevelez, het hoogstgelegen punt van Spanje (1472m). Even kwam het in ons op om er naartoe te rijden maar de weg is nu al zo smal. Slechte weg, smal en steil schrikt ons af. Dus, zetten we onze weg verder richting kust via de A346. Onze middagpauze houden we bij een in aanbouw zijnde waterkrachtcentrale. Het panorama dat je hier te zien krijgt is indrukwekkend.
14.00u en 26°C: We zetten onze tocht verder. In Motril aangekomen, parkeren we op de boulevard aan het strand. We maken een wandeling langs de haven. Hier valt niets te beleven. Zelfs de haventoegang is afgesloten met een slagboom.
Dan maar verder langs een prachtig stukje kust, richting Malaga. De natuur is hier buitengewoon mooi met rotsachtige, steile ravijnen, baaien en zandstranden. We passeren Salabreña, een van de Pueblo Blanco, Almuñécar, Nerja, Torrox Costa, Torre del Mar.
Nerja, het balkon van Europa, heeft een prachtig uitzicht op zee. Verder is het een grote, drukke stad die ook bekend is om zijn "Cueva de Nerja", druipsteengrotten.
Onderweg kijken we uit naar een pannaderia of een supermercado want onze schapraai is zowat leeg en we zoeken een plekje om te overnachten. In Almayate volgen we een wegje dat recht naar zee loopt maar doodloopt op de parking van een camping. Het is een naturistencamping, 20 euro (all in), klein maar net en verzorgd met een binnen- en buitenzwembad, sauna, fitnesruimte en eigen toegang tot stand.
Hier houden we een dagje welverdiende rust.

dag 18 - 168 km afgelegd - Overnachting: Camping Almanat Naturista: Almayate


Dinsdag, 20 september
Rust- en ontspanningsdag. Genieten van zon en strand, verder niets.

dag 19 - Overnachting: Camping Almanat Naturista: Almayate


Woensdag, 21 september
Vandaag staat een citytrip naar Antequera op de agenda.

Voor we Antequera binnenrijden, bezoeken we de prehistorische dolmen van Menga, Viera en El Romeral die aan de rand van de stad liggen. Dit zijn Keltische, megalithische, 5000 jaar oude grafmonumenten, blijkbaar de oudste van Europa.

Nadien doorkruisen we het stadje. Antequera is een wit stadje gelegen in een vruchtbare hoogvlakte, gekenmerkt door olijfboomplantages.
Boven de stad ligt hoog op een heuvel een Moors kasteel (13e eeuw). Je kan er langs de kasteelmuren wandelen en hebt er een wijds uitzicht over de stad.

In de verte de Peña de los Enamorados, de Rots van de Geliefden.
Volgens de legende achtervolgden Moren een jongen uit het christelijke Antequera en een Moors meisje uit de stad Archidona. Om niet van elkaar gescheiden te worden zijn ze van de rots gesprongen.

In het historisch centrum vind je op vrijwel iedere straathoek een barokke kerk of ander monument. Wat je hier niet kan vinden is een bankautomaat. Na veel gevraag en gezoek vinden we er eentje en die is "out of order". Met de camper door het centrum rijden is ook niet zo simpel.
We kiezen voor de grote baan rond Antequera om in het natuurpark El Torcal te komen.
El torcal is een plateau met fantastische erosievormen en merkwaardige rotsformaties die in de loop van de tijd gevormd zijn door de wind, het water en het weer. De weg er naartoe voert door een prachtig gebied, maar is smal met haarspeldbochten en is over lange stukken zeer steil. Zeker met een camper niet zo gemakkelijk om er te geraken. Goed dat onze Casa Flora geen XL is. Auto's kruisen, laat staan een bus, is een hachelijke bedoening. Maar het prachtige natuurgebied is de moeite waard. Je kan in het park zelf uitgestippelde wandelingen maken. Jammer genoeg is het al wat laat voor ons. We willen voor donker weer beneden zijn en het is al 19.00u.

Eens terug op de normale weg rijden we met de A384 naar Campillos en nemen hier de A367 richting Ronda.
De natuur en het landschap zijn bijzonder mooi. De weg is smal, kronkelend en slecht. Bovendien begint het te donkeren. Zo'n 20 km vóór Ronda komen we door het enige dorpje op deze weg. Ondertussen is het pikdonker. We houden het voor bekeken. Langs een tankstation, iets van de weg af, lijkt het ons nogal veilig. Hier overnachten we. We zijn allebei doodmoe en kruipen onmiddellijk in ons bed. Morgen zien we wel verder.

dag 20 - 226km afgelegd - Overnachting: langs bergwegje naar Ronda

Donderdag, 22 september
Om 09.00u staan we al op camping "El Sur" in Ronda.
Ronda ligt op 2km hier vandaan. Er is geen busverbinding, dus moeten we te voet. We doorkruisen de oude, omwalde stad, pikken hier en daar een museum mee en komen zo aan de bewuste kloof "El Tajo". De diepe, nauwe kloof (meer dan 100m) snijdt de stad in twee helften, de oude en de nieuwe stad. De Puento Nuevo (nieuwe brug) uit de 18e eeuw verbindt het oude en nieuwe gedeelte.

Bij San Miguel aan de brug gaan we eens lekker eten. Nadien wandelen we een steil pad naar beneden. Onze inspanning wordt beloond. Van hier heb je een uniek uitzicht op de volledige kloof en de brug. We hebben dit vastgelegd op menig fotootje zodat we nog extra lang kunnen nagenieten van onze vermoeiende afdaling. We moeten ook nog terug en dat in deze hitte (32°C). Als we weer bovenkomen rusten we uit op een terrasje met een deugddoende cerveza.
Om af te ronden, bezoeken we de oudste en mooiste arena van Spanje, die net over de brug in de nieuwe stad ligt. De arena is in 1784 gebouwd naar het ontwerp van een Romeins amfitheater. Pedro Romero, de stamvader van alle torero's, vocht hier. In de arena is ook een museum over stierenvechten.

Het is snikheet, 35°C. Onze terugweg naar de camping gaat dan ook heel moeizaam. Om 18.00u zijn we terug aan onze camper.
Ik heb nog zin in koffie en gebak. We hebben geen gebak maar wel pannenkoeken die ik gisteren in de supermercado kocht. Maar, als Willy de pannenkoeken bovenhaalt stellen we vast dat ik me schromelijk vergist heb. Het pakje blijkt een "Tortilla de patata con cebola" te zijn. Dit zal ik nog lang moeten horen.
Het is trouwens niet de eerste keer tijdens deze reis dat ik met iets verkeerd thuis kom.

dag 21 - 22km afgelegd - Overnachting: Camping El Sur: Ronda

Vrijdag, 23 september
Van Ronda starten we een kleine toer van de witte dorpjes: "Ruta de los Pueblos Blancos".
We willen beginnen met Setenil. Dit blijkt een van de meest bizarre pueblo blanco te zijn. De huizen zijn onder een overhangende rots gebouwd. Maar, onze GPS stuurt ons de bergen in langs smalle straatjes, nog smaller en in slechte toestand. We maken rechtsomkeer nu we nog kunnen. Uiteindelijk zijn we terug op de A376 en we vergeten Setenil.
We volgden de A376 tot Algondonales en nemen hier de N342 naar Olvera.

Al van ver zien we het witte stadje op de heuvel liggen, blakend in de zon met bovenop een Castillo en een kerk. Hier hebben we meer geluk. Het Castillo Arabe is open tot 14.00u. We zijn dus net op tijd voor een bezoek binnenin.
Van Olvera rijden we met de A382 richting Arcos de la Frontera. In Bornos hopen we een plaatsje te vinden aan het Embalse. En ja, we staan hier goed aan het grote meer, omringd door bergen, onder stralende zon en met veel wind wat de hitte draaglijk maakt.
Maar, de jeugd van Bornos kent dit plekje blijkbaar ook. Het is vrijdagnamiddag en met veel lawaai komen ze aangebrommerd. Overal liggen lege bierblikjes van vorige bezoekjes. Hier blijven we niet!
We rijden verder tot Arcos de la Frontera met de A382 en nemen hier de A372, de Ruta de los Pueblos Blancos, langs El Bosque, Benamahoma en komen zo in Grazalema.
De weg loopt in bochten, omhoog, omlaag, door de Sierra de Grazalema. Het berglandschap is zeer verscheiden met een weelderige vegetatie. We zien olijfboomplantages, kurkeikbossen,...
De kurkeiken die we zien zijn tot een bepaalde hoogte ontdaan van de bast. We passeren een bedrijfje waar al die basten op hopen liggen. Klaar voor verwerking? Of voor vervoer naar een of ander fabriek voor verdere bewerking? Ik zou wel eens willen weten hoe zo'n proces verloopt.
Langs de weg lopen schapen, soms stieren vrij in de natuur. En ineens steekt hier een gems over, vlak voor onze camper! Willy kon nog net op tijd remmen.
Op een parking aan het begin van Grazalema stoppen we om te overnachten.
Het is hier absoluut rustig en we genieten van een buitengewoon panorama.

Je ziet de weg, die we morgen moeten volgen, als een lint naar beneden lopen.

dag 22 - 215 km afgelegd - Overnachting: parking Grazalema

Zaterdag, 24 september
Vandaag rijden we langs Ronda terug naar de kust met, naar men zegt, een van de mooiste wegen van Spanje.
De natuur is sterk verschillend, soms een kaal, woest berglandschap, dan weer vlakker met uitgestrekte, groene aanplantingen en uiteindelijk de rotsachtige kuststreek. Eens aan de kust passeren we Estepona, Bahia Dorada, Buenos Noches, Casares.
Casares is een betoverend pueblo blanco in het hinterland. Het is nog niet besmet door toerisme zodat het zijn authentiek karakter bewaard heeft.

De Playa de chica hoort tot Casares.
We vinden hier een ideaal plaatsje aan het strand, op een publieke parking. Er zijn douches en je kan er drinkbaar water tappen. Uit het restaurantje klinkt zachte, aangename muziek. Het is hier een paradijsje.
Dit wordt ontspannen en genieten: een beetje zwemmen, een beetje snorkelen, de boulevard afwandelen op zoek naar een supermercado, schelpen rapen om mijn verzameling aan te vullen,...

dag 23 - 115 km afgelegd - Overnachting: a.strand Playa Chica: Casares

Zondag, 25 september
Geen enkele toerist die in Andalusië rondreist kan er buiten om ook Gibraltar aan te doen.
"The Rock of El Peñon" is een doorn in het oog van de Spanjaarden, al sinds ze in 1704 door de Engelsen werd veroverd. Tot vandaag zijn er pesterijen door de Spaanse douane met als gevolg de eeuwige files van toeristen bij de toegang.

We rijden tot La Linea, de smalle streek die Gibraltar met het vasteland verbindt en laten onze camper achter op een bewaakte parking "Parking Frontera / Las Tablas" vlakbij de grens. Je kan per uur betalen of voor 24 uur. Voor 13 euro kan je er 24 uur verblijven, dus ook overnachten. Er zijn douches en toiletten.
De grens over wandelen gaat vlugger dan met je auto in de file te staan wachten.
Eens de strenge grenscontrole (! ID-kaart nodig!) gepasseerd, neem je de bus naar de mainstreet. Naar de top van de rots kan je met de kabelbaan of met een minibus die je naar de "points of interest" brengt. Het busje stop aan de Caves, aan de tunnels en boven op de top met het spectaculaire panoramisch zicht en de vervelend rondspringende apen.
Oostelijk van de rots ligt de Middellandse Zee, westelijk de Atlantische Oceaan en in het zuiden de Straat van Gibraltar. Bij helder weer kan je in de verte een glimp opvangen van Afrika.

De Rocktour duurt ongeveer een half uur en kost 25 euro pp! Slenterend in het centrum ervaren we dat alles hier peperduur is. Het Engelse Pond is de nationale betaalmunt. Betalen in euro's kan, maar je betaalt een ongunstige wisselkoers. Parfum, tabak en drank zijn taxfree en betaalbaar.
Op het pleintje aan de mainstreet is een atelier waar je een demonstratie kan volgen hoe "Gibraltar Cristal" geblazen wordt. Dat het weer gloedheet is, hoef ik niet meer te vernoemen. We zoeken wat verfrissing en rust op een terrasje. Wat is de wereld toch klein. Hier treffen we een bekend echtpaar. Na een babbeltje en een paar foto's, nemen we afscheid. Met de bus keren we terug naar de grens en de parking.
17.00u en 35°C: Eindelijk weg van de stadsdrukte. Op de parking is geen schaduw, het is een kaal plein zonder bomen, zonder enige beschutting tegen de zengende zon. Een landgenoot die we hier ontmoeten, weet een interessante, kleine camping. Camping SurEuropa ligt 3 km op de weg terug, aan zee (11 euro, elektriciteit incl., er is geen service voor campers, je moet je chemische cassette ledigen in de toiletten en je camper mag niet oversized zijn).
We maken een ontspannende wandeling langs het strand en onderwijl kan ik mijn schelpencollectie flink aanvullen.
En dan... moe naar bed.

dag 24 - 44 km afgelegd- -Overnachting: Camping SurEuropa: La Linea

Maandag, 26 september
Voor het eerst een bewolkte dag, maar het is warm.
Eens Gibraltar voorbij komen we aan de Costa de la Luz. De naam zegt het, "De Kust van het Licht" kent zeer veel zonuren per jaar.
We arriveren in Tarifa, het meest zuidelijk punt van Spanje, maar ook het tochtgat van Spanje. Daardoor is het een paradijs voor surfers. Daarom ook bekend als de Costa del Windsurf.

Het stadje is nog niet verpest door massatoerisme en is leuk om rond te kuieren met zijn smalle straatjes, witte huizen, een burcht "Castillo de Guzman" aan de haven en een mooi strand. Jammer genoeg staat hier zoveel wind.
Vanaf de haven in Tarifa kan je een boottocht maken naar Tanger (duurt ongeveer 35 minuten). Je vertrekt 's morgens en komt 's avonds terug. Genoeg om de sfeer van Afrika en Marokko te proeven. In dit seizoen zijn de prijzen trouwens gehalveerd.
Wildkamperen is hier in Tarifa officieel verboden, toch kan je je camper overal aan het strand parkeren in dit seizoen. Wij en verschillende andere camperisten stonden er de hele namiddag zonder probleem.
We trekken verder en zoeken overnachting.
Van Tarifa voert een bergachtige weg over de Sierra Algarrobo, dwars door prachtig groen landschap. Na ruim 20 km verlaten we de N340 richting zee.
We rijden zo'n 6 km door prachtige natuur en komen in Playa de Bolonia, een baai met een heerlijk strand van fijn, wit zand, een helder blauwe zee en een berglandschap als achtergrond.
De stieren lopen hier vrij langs de weg, ook op het strand en langs de zee. Op een gegeven ogenblik staat er eentje aan onze camper. Maar geen paniek, de magere beestjes zijn heel rustig. Zoals in Tarifa waait ook hier de felle wind. Het plaatsje is gekend en geliefd door de surfers. Ze hebben het over de "Levante" een krachtige wind van links die tot 7 à 9 Beaufort kan oplopen. Er staan een 4-tal campers (surfers natuurlijk).
Een paradijsje! 's Avonds zien we vanuit de camper de zon ondergaan en 's morgen weer opkomen. Wat kan het leven mooi zijn!!!

dag 25 - 85 km afgelegd - Overnachting: in baai a.strand Playa de Bolonia

Dinsdag, 27 september
Er stond gisteren al een strakke wind. Deze nacht is die nog aangewakkerd. Soms dacht ik dat de camper zou kapseizen. Op het pleintje waar we overnachtten stond ook een achtergelaten auto. Deze morgen lagen er twee clochards in te slapen.
Voor we terug naar de N340 rijden, bezoeken we de Ruinas Romanos de Baelo Claudia een paar km verder langs de kust.

De opgravingen laten de structuur van een toenmalig Romeins stadje zien - een theater, een badhuis, een visfabriek, tempels ... De inwoners zijn heel trots op deze opgravingen en terecht!
De wind wakkert aan met soms hevige rukwinden. Bij het binnengaan in de camper vliegt de deur met een kwak open en is ze is uit haar hengsels. Gelukkig heeft Willy wat alaam bij en het lukt hem de deur te herstellen.

Met de mooie weg (AB2216) rijden we de 6 km terug naar de N340 om die na een poosje weer te verlaten voor een kustweg naar Zahara de los Athunas. Door de kurkeikenbossen van Barbate komen we weer aan de azuurblauwe zee in Los Caños de Mecca.
Aan het strand stoppen we voor een rustpauze en zien er toevallig onze buren (surfers) van deze nacht terug.

Nadien volgen we de kust tot het Parque Naturel en de Cabo de Trafalgar met de Faro.
Het zoveelste panorama zonder weerga! Maar, de wind is nijdig en het opvliegend zand prikt pijnlijk in mijn huid. Hier aangenaam rondhangen zit er niet in.
Het volgende dorpje El Palmar is heel camperonvriendelijk. Al bij het binnenrijden staat een groot bord: "Alle kampeertoestanden zijn in het hele dorp verboden!".
Wij hebben toch fijn langs het strand geparkeerd, zalig gezwommen en genoten van de hoogopslaande golven en de wilde zee. Op het strand waren alle douches al afgesloten.
Ik geloof nooit dat je in het hoogseizoen zoiets moet riskeren. De Guarda Civil zou hier rap staan.

16.00u: We zijn op weg naar Conil de la Frontera. Conil is een wit dorpje, met de kenmerkende smalle straatjes, gezellige pleintjes, een haventje en een authentiek centrum met Castillo. In tegenstelling tot El Palmar is Conil de la Frontera heel campervriendelijk.
We vinden een tof plaatsje voor de nacht aan de monding van de Rio Salodo, met de zee voor ons.
Er staat al een camper, een dubbel-asser die eens zo groot is als onze Casa Flora.

Al vlug maken we kennis met onze Engelse buren Gil en James. Ze zijn 6 maanden onderweg en hebben de hele westkust van Portugal er op zitten. Nu staan ze al een paar dagen in Conil en geven ons tips en info. Je kan hier aan het strand overal parkeren en douchen op het strand. In het waterzuiveringstation, bij het binnenkomen van Conil, kan je je cassette ledigen en drinkwater bijvullen.
Na het buurten maken we nog een romantische avondwandeling in het verlichte dorpje dat pas nu tot leven komt. Uiteindelijk belanden we doodmoe in bed.

dag 26 - 95 km afgelegd - Overnachting: aan zee, langs rivier: Conil de la Frontera


Woensdag, 28 september
De wind is gelukkig gaan liggen. We zien vanuit de camper de zon achter de bergen opkomen. Boven de rivier vliegen de meest verscheiden vogels. Wij hebben zin om hier in Conil wat langer te blijven. Toch vervolgen we onze tocht langs de kust en de kleine sympathieke, Andalusiche dorpjes.

Bij het vissershaventje van Puerto de Conil zien we honderden verroeste ankers liggen, netjes gerangeerd.

We volgen de borden naar de vuurtoren Cabo Roche. Voorbij de vuurtoren is de kustlijn zeer ruig met hoge kliffen en rotsen. De kleine inhammen maken dat je op de strandjes beschut door de kliffen, uit de wind, van zon en zee kan genieten. Sommige strandjes zijn alleen via een trap bereikbaar. We profiteren ervan om hier te picknicken en een partijtje te zwemmen
Verder is de omgeving vlak en groen en bestaat voornamelijk uit dennenbomen 'Pino Piñero', een soort die in de provincie Cadiz beschermd wordt. We rijden langs La Barrosa in Chiclana. Een prachtig strand met fijn zand, klaar water, mooie duinen en kliffen, één van de meest geliefde stranden van Cadiz en Andalousië.
Dan passeren we Novo Sancti Petri. Novo Sancti Petri is vrij groot, het heeft zo'n 4 km kustlijn. We rijden hier compleet verloren tussen de straten met appartementen in opbouw. Een heel vakantiedorp wordt hier aangelegd, maar dan van het duurdere type. Het is omgeven door een enorm groot golfveld.
Binnen afzienbare tijd is hier aan dit mooie strand geen plaats meer voor een gewone toerist en is de hele kuststreek hier geprivatiseerd.

Wat een contrast met het volgende dorpje Sancti Petri!
Sancti Petri is een verlaten dorp. Vlak vóór het dorp, ligt een vissershaven met achtergelaten bootjes. De tonijnvissers die hier woonden, verwerkten ook de tonijn. Maar, als in de jaren 70 de tonijnvangst afnam verlieten de vissers het dorp. Vanaf toen liggen veel huizen en de kerk er vervallen bij, wat een verlaten sfeer creëert en wat de toeristen charmeert en fascineert.
Voor het ogenblik floreert hier de "Club Nautico", een club voor duikers, kajakkers en zeilers. In de bar kan je genieten van geweldige tapas en verse vis. Ook in de bar van de vissersvereniging (een oude loods) kan je voor een paar euro's verse vis in overvloed eten.
In zee, vóór de kust, ligt het Castillo de Sancti Petri.

Wij parkeren onze camper aan de haven. Willy en ik genieten voor honderd procent van de sfeer tussen zeilers en vissers.
We zien de zon ondergaan en 's morgen weer opkomen.
Sancti petri zullen we niet gauw vergeten!

dag 27 - 59 km afgelegd - Overnachting: aan haven: Sancti Petri

Donderdag, 29 september
Jerez de la Frontera is internationaal bekend om zijn sherrywijnen (Domecq, Tio Pepe... ), stieren- en paardenfokkerijen. Daarnaast, niet minder bekend zijn de Flamencoscholen en de Spaanse rijschool van Jerez.

In de drukke stad zijn de meeste parkings ondergronds of niet toegankelijk voor campers. We krijgen onze camper niet op een veilige manier kwijt. Om 12.00u begint op donderdag een show met Andalusische paarden in de Ruiterschool. Dit halen we niet! We weten ook niet exact waar het is en of daar wel parkeermogelijkheid is.
We rijden de stad terug uit en zoeken de dichtst bijgelegen camping.

Zo komen we terecht op Camping Las Dunas in Puerto de Santa Maria.
Met bus en trein arriveren we terug in Jerez de la Frontera. 35°C is iets te heet voor mij. Dus doen we eerst een terrasje om te bekomen. Nadien zoeken we hopeloos naar de "Tourist Info". Uiteindelijk bereiken we rond 17.00u het Alcazar dat om 18.00u sluit.
Boven op het Alcazar genieten we van een uitzonderlijk uitzicht op de monumentale kathedraal en over de stad. Echt de moeite!!!
De bodega van Domecq is ondertussen gesloten, het proces van Sherry branden en vooral het proeven is dus aan ons voorbijgegaan.

Terug op de camping gekomen, geef ik me over aan een lange, koude, deugddoende douche. Camping Las Dunas valt best mee behalve de "muggenplaag". Hele zwermen kleine beestjes, ze komen zelfs door de vliegenhor, nestelen zich in onze Casa. Ze steken en prikken en bezorgen een reeks rode vlekken die enorm jeuken.

dag 28 - 66 km afgelegd - Overnachting: Camping Las Dunas: Puerto de Sta Maria

Vrijdag, 30 september
Nu verlaten we de kust voor een tijdje. Sevilla, de hoofdstad van Andalusië is ons volgende doel.

Op weg naar Camping Villsom in Dos Hermanos (16km van Sevilla) zien we het landschap veranderen, veel akkers en véél katoenvelden. Overal langs de weg hangen plukken katoen. De wind speelt er mee, soms zijn het net dikke sneeuwvlokken.

dag 29 - 107 km afgelegd - Overnachting: Camping Villsom: Dos Hermanos

Zaterdag, 1 oktober
Met de bus komen we in Sevilla: de stad van de tapas, fiestas, stierengevechten en de flamenco. Gewoontegetrouw gaan we eerst naar het toeristenbureau voor een mapje van de stad met de bezienswaardigheden en de openingsuren.

Allereerst bezoeken we de Kathedraal waar we een paar uur doorbrengen.
De kathedraal, de Santa Maria, is de grootste gotische kerk van de wereld, en de op twee na grootste van alle kerken van de wereld, na de St.Pieters te Rome en St.Pauls te Londen.
Ze is gebouwd in de 15e eeuw en was oorspronkelijk een moskee. Van de moskee bleven alleen de Patio de los Naranjos en de reusachtige minaret, La Giralda, over. Op de minaret werd een 4 m hoog engelenbeeld geplaatst dat meedraait met de wind. Naar dit beeld werd de toren genoemd, La Giralde = de draaiende.
De 97m hoge klokkentoren is het symbool van Sevilla.
De vijfbeukige kathedraal is 76m breed. Het 20m hoge laatgotische altaar in houtsnijwerk, belegd met bladgoud, is uniek. Het blijkt gemaakt te zijn door de Vlaming Pieter Danckaert. Ook het koor met de fraaie koorbanken in ebbenhout is opmerkelijk. En dan is er nog de Capilla Mayor, de koninklijke kapel en de graftombe van C.Colombus.
Tip voor senioren: vergeet je pasje niet. De toegang kost 7 euro, voor senioren 1,5 euro. 's Zondags is het voor iedereen gratis maar daardoor is het ook overdruk.

In de kathedraal hadden we geen last van de hoge temperatuur die ons bij het buitenkomen overvalt.
Voor we El Real Alcázar bezoeken, houden we middagpauze op een terrasje in de schaduw.

Het Real Alcázar, dit fascinerende paleis was oorspronkelijk een Arabische vesting. In de 14e eeuw namen de Christelijke monarchen Moorse ambachtslui in dienst om het paleis te bouwen. Met al zijn patio's, zalen en vertrekken met kunstig bewerkte bogen en ramen is het een voorbeeld van de Mudéjar architectuur in Spanje.
Ik val van de ene bewondering in de andere. Wat mij betreft moet dit paleis niet onderdoen voor het Alhambra, waar zoveel meer poeha rond gemaakt wordt. Tot sluitingsuur wandelen we rond in de schaduwrijke tuinen.

De rest van de namiddag slenteren we door de Barrio de Sta Cruz, de voormalige Jodenwijk, met zijn steegjes, witgekalkte huizen, patio's, smeedijzer, bloemen en terrasjes.

dag 30 - Overnachting: Camping Villsom: Dos Hermanos

Zondag, 2 oktober
Onze tweede dag in Sevilla.
Hier in de buurt is ook de 18e eeuwse arena. In Ronda bezochten we de arena en het museum; we hebben geen interesse om dit nog eens te doen.
Te voet trekken we naar het Casa de Pilatos, een hele wandeling en dat in deze hitte.

Onderweg zien we: het Palacio San Telmo en de Universiteit (vroeger theefabriek), het Stadhuis met indrukwekkende, bewerkte gevel, die naar mijn mening dringend een opknapbeurt nodig heeft, de Iglesia de Sta Catalina, een aantal kleinere kerken en monumenten, standbeelden, fonteinen, pleintjes en parkjes...
Het kwik is weer eens gestegen tot zowat 35°C.
Het wordt een gewoonte afkoeling te zoeken in een van de lokale cerveceria's. Ze zijn minder druk dan de toeristische terrasjes, je vindt er heerlijke tapas en je wordt er buitengewoon vriendelijk bediend.
We wandelen de hele oude stad rond, langs de Moorse stadswallen (Muros León), de Triomfboog van Macarena tot aan de rivier met de Puente de la Barqueta. Hier steken we de Guadalquivir over.
Aan de andere kant van de rivier liggen terreinen die gebruikt werden voor de Wereld Expo van 1992.
Je ziet hier de vervallen paviljoenen van toen, waar niemand raad mee weet. Er is ondertussen wel een pretpark geopend, de "Isla Magica", maar de rest ligt er vuil en verwaarloosd bij.
Aan deze oever ligt ook het klooster La Cartuja. De tijdelijke tentoonstelling hedendaagse kunst en de mooie tuin zijn blijkbaar een bezoekje waard. Als we de ingang gevonden hebben staan we voor een gesloten poort!
Dan maar weer naar de andere oever. Het is nu toch echt heet geworden. Ondanks mijn hoedje en de waaier die ik kocht, houd ik het niet meer uit. Nog maar eens gevlucht in een cerveceria om af te koelen en wat te bekomen.
Nadien, zoveel mogelijk in de schaduw blijvend, wandelen we langs de rivier en door het Parque de Maria Luisa, met zijn prieeltjes en kiosken, naar de Plaza de España
De Plaza de España is een imposant halfcirkelvormig plein met mooie torens op de hoeken, paviljoenen, fonteinen en bruggetjes, dat gebouwd werd ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in 1928. Alle Spaanse provincies zijn er vertegenwoordigd door kleurige mozaïeken aan de voet van de zuilengalerijen.
Het no8do symbool dat je overal in Sevilla tegenkomt is een erfenis van Alfonso X. Hiermee betuigde hij zijn grote achting voor de stad.
De 8 is eigenlijk een madeja (= streng). Je leest het als "no madeja do" of beter als "no me ha dejado" wat betekent "ze heeft me niet verlaten".

Dit was dan SEVILLA! Een bruisende, opwindende stad!

dag 31 - Overnachting: Camping Villsom: Dos Hermanos


Maandag, 3 oktober
Voorlopig hoeven we geen steden, gebouwen, monumenten, kerken... meer.
Vandaag wordt een rustdag!

dag 32 - Overnachting: Camping Villsom: Dos Hermanos

Dinsdag, 4 oktober
Om te beginnen rijden we naar Italica bij Santiponce, zo'n 7km van Sevilla.

In Italica zijn opgravingen van de eerste Romeinse nederzetting in Andalusië met een amfitheater en unieke bodemfresco's. In Santiponce, net buiten Italica, vind je een zeer goed bewaard gebleven Romeins theater. Omwille van restauratiewerken kunnen we niet binnen maar vanop de Mirador heb je een schitterend uitzicht op het Teatro Romano.
Ons tweede doel Carmona ligt richting Córdoba.

Op een kleine parking net buiten de oude moorse stadswallen laten we de camper achter.
Door een van de stadspoorten, de Puerta de Sevilla, komen we in de oude binnenstad met barokke kerken, kloosters, mooie herenhuizen, kronkelige klinkerstraatjes en pleinen. In het centrum ligt het bekendste plein, de Plaza de San Fernando.
Al onmiddellijk kunnen we de ruïnes van het Alcázar de la Puerta de Sevilla bezoeken. Carmona ligt op een heuvel dus krijg je hier weer eens een mooi panorama te zien. Het stadsmuseum is een bezoekje waard. De vele voorwerpen uit het verre verleden, gevonden bij opgravingen, schetsen een beeld van de geschiedenis en de evolutie van Carmona.
Van Carmona zetten we onze tocht verder richting Córdoba en passeren Ecija, de braadpan van Andalusië. Het lijkt ons een grote, drukke stad. We hebben niet veel zin om onze camper hier zo maar ergens te parkeren. Het blijft dus bij een blik uit de verte op de stad met haar 11 torens.
We verlaten de hoofdweg A4-E5 (Sevilla - Córdoba) en nemen de A453 naar Palma del Rio waar we een plaats voor de nacht hopen te vinden.
We overnachten aan een bouwwerf in een zijstraat.

dag 33 - 165 km afgelegd - Overnachting: in zijstraat Palma de Rio

Woensdag, 5 oktober
Rustig geslapen? Mis poes!
Tijdens de nacht hoorden we regelmatig zware wagens voorbijrijden. Nu blijkt dat boeren 's nachts druk bezig geweest zijn met machinaal katoenplukken. Op de koop toe beginnen 's morgens op de bouwwerf volop de werkzaamheden.

Als we dan vertrekken richting Almodóvar trekken we onze ogen wijd open. In de hoofdstraat, langs beide zijden van de weg, staan vrachtwagens, opleggers, boerenkarren,... allemaal nokvol geladen met geplukte katoen. Het resultaat van de nachtelijke oogst? Waar worden die wachtende katoencontainers naartoe gebracht?
Al vanaf Jerez de la Frontera tot Sevilla zagen we uitgestrekte katoenvelden langs de weg, al dan niet geoogst. Nergens enige activiteit te bespeuren. Zou de oogst dan volledig 's nachts gebeuren? Wegens de hitte?
We rijden naar Almodóvar del Rio. De zon staat nog laag en van ver zien we op de heuvel het silhouet van de sprookjesachtige ridderburcht met zijn torens en kantelen. Het vlakke landschap wordt geleidelijk heuvelachtig. De parking, beneden aan de rots waar de burcht op staat, is volledig leeg. We staan hier helemaal alleen met rondom immense skylines. Het Castillo gaat pas om 11.00u open.

Het Castillo van Almodóvar is een Moorse vesting die door Pedro de Verschrikkelijke werd uitgebreid. In het begin van deze eeuw werd het volledig gerestaureerd. De hertog die het nu bewoont erfde het van zijn vader en spendeerde er massa's geld aan.
Doordat het bewoond, is zijn alleen de wallen en de binnenplaats te bezichtigen.
Het is het best bewaarde kasteel van Andalusië. Dit mag je zeker niet missen!!!
Rond 15.00u komen we aan in Medina Azahara, dat een paar km vóór Córdoba ligt.

Medina Azahara: de ruïnes van een Moorse paleisstad uit de 10e eeuw. Abd ar-Rahman III liet dit paleis bouwen voor zijn lievelingsvrouw Zahara. 50 jaar later werd de stad verwoest door Islamitische fundamentalisten, godsdienststrijders die zich ergerden aan de uitdagende luxe. Momenteel probeert men de ruïnes te reconstrueren. De Arabische ornamenten, arabesken en lettertekens worden uiterst zorgvuldig bij elkaar gepuzzeld. Hier hebben 10.000 man gewerkt. De complete ruïnestad is door een muur omgeven. Wat mij betreft, weer iets dat je niet mag missen.
Na ons bezoek aan de Medina Azahara zoeken we vruchteloos naar "Las Ermitas", de eeuwenoude kluizenaarshutten die hier amper 10 km vandaan liggen. We starten een zoektocht met de camper langs smalle, kronkelende bergwegen tot we aan een afgesloten weg komen. Ondertussen is het pikdonker geworden en we geven forfait. We hoeven Las Ermitas niet meer!
Dat hoort er natuurlijk ook bij als je rondtrekt.
Eens terug in de bewoonde wereld zoeken we een plaatsje om te overnachten in een zijstraatje. Het is 21.00u en nog 28°C. We zijn allebei doodmoe maar voldaan, ondanks onze vruchteloze poging om Las Ermitas te bereiken.

dag 34 - 114 km afgelegd - Overnachting: zijstraat van El Brillante: Córdoba

Donderdag, 6 oktober
De laatste stad op ons reisplan is Córdoba.
Om 09.00u zijn we al geïnstalleerd op de camping El Brillante. De bus brengt ons tot in het Centrum. Van hier stappen we naar de oude stad. Via de Puerto de Almodóvar en door de Joods wijk komen we aan bij de Mezquita.
La Mezquita is de grootste moskee ter wereld, op die van Mekka na. Oorspronkelijk was het een tempel gewijd aan de god Janus. De Wisigoten verwoestten de tempel en bouwden er een kerk. De Moren namen de kerk over en Abd ar-Rahman I liet er een moskee bouwen. De moskee is 1753m lang, 135m breed en omringd door een 20m hoge, met tin versterkte, muur. De vier buitenmuren zijn alle verschillend in stijl en bouw. Het dak wordt gedragen door een woud van 850 zuilen van graniet, jaspis en marmer. Midden in de grote moskee liet Keizer Karel V een christelijke kathedraal bouwen.
Door de bronzen Puerto del Perdón, de poort der vergiffenis, kom je in de Patio de los Naranjos, het hof van de sinaasappelbomen en rituele wassingen. De voornaamste bezienswaardigheden zijn de Moorse ‘Mihrab’ (een gebedsnis waar een vergulde kopie van de koran lag) en de ‘Capilla de Villaviciosa’ (een Christelijke kapel).
Na een uitgebreid bezoek aan de Mezquita hebben we nood aan een ontspannende pauze om al de overweldigende indrukken te verwerken.
Eerst een hapje en een drankje op een terrasje.

Dan kuieren we door de joodse wijk, La Juderia, met zijn smalle klinkerstraatjes, witte huizen, smeedijzeren hekken vol bloemen, gezellige patio's, pleintjes en fonteinen. We lopen even binnen in wat rest van La Sinagoga en in een typisch Andalusisch huis dat ingericht is als museum.
Dan stappen we naar de andere kant van de stad, naar Palacio de Viana.
Voor 6 euro krijg je een rondleiding met gids in het hele paleis en mag je rondhangen in de 14 patio's die bij het Palacio horen. Het paleis bevat waardevolle kunstwerken, tapijten, schilderijen, keramiek, boeken... Jammer, behalve in de patio's, mag je geen foto's nemen.

Op onze terugweg komen we voorbij de Baños Arabes d.i. een Arabisch badhuis met alle badfaciliteiten waar je je kan laten verwennen met aromatherapie en massage. Maar het is ook een restaurant en een Teteria waar je op typisch Andalusische wijze thee kan drinken met Moorse pastij terwijl je naar een buikdanseres kijkt. Wij hebben het gehouden bij nieuwsgierig rondkijken. Het is al laat en bovendien is het té duur en moet je gereserveerd hebben.
We rusten uit in een lokaal cafeetje. Wat Córdoba nog meer te bieden heeft, zal moeten wachten tot morgen.

dag 35 - Overnachting: Camping El Brillante: Córdoba

Vrijdag, 7 oktober
We nemen terug de bus naar de stad.

Om te beginnen bezoeken we het Alcázar de los Reyes Cristianos.
Het Alcázar is een 14e eeuwse vesting van de katholieke koningen met prachtige tuinen, vijvers en fonteinen waar je heerlijk kan rondwandelen.

In een kleine, gezellige tapas-bar houden we middagpauze. De montille en de tapas zijn heerlijk en betaalbaar. Dan lopen we terug naar de rivier, de Guadalquivir. Hier staat een groot, oud, houten waterrad en heb je een uitzicht op de Romeinse brug met 14 bogen. We steken de brug over en komen zo bij de Torre de la Calahorra, waar het museum van de drie culturen is gehuisvest. La Calahorre is de moeite van een bezoek echt waard!

Als afsluiter van onze citytrip kuieren we rond in La Juderia en wandelen naar "Calleja y Plaza de los Flores". Vanuit dit doodlopend steegje, met huisjes vol bloemen, heb je een enig uitzicht op de toren van de Mezquita.

Dat was het dan. Córdoba sluit de rij. Morgen beginnen we langzaam aan de terugreis naar de heimat. Het wordt geen race. We willen ook van onze terugreis genieten en rustplaatsen en stops inlassen.

dag 36 - Overnachting: Camping El Brillante: Córdoba

Zaterdag, 8 oktober
Onder bewolkte hemel vatten we de terugreis aan.
Met de A4/E5 zetten we koers naar Montaro - Andujar - La Carolina - Valdepeñas.
Van Valdepeñas rijden we verder via Albacete richting Requena.
In Casas Ibenéz overnachten we op een pleintje in een zijstraat van het dorp.

dag 37 - 429 km afgelegd
Overnachting: op pleintje - Casas Ibenéz

Zondag, 9 oktober
Vanmorgen halen we maar 8°C. De koudste temperatuur sinds ons verblijf in Andalusië. De zon is er wel. Overal hangen mistbanken waardoor het berglandschap iets mysterieus heeft. Vrij vlug zijn we in Requena. We volgen de ring rond Valentia. Nadien rijden we langs Sagunto, passeren Castellón en arriveren in Oropesa del Mar.

We kunnen parkeren aan het strand. Er zijn nochtans veel zonnekloppers en wandelaars. Tegen de avond ligt het strand helemaal verlaten. Een mooie plaats om te overnachten. Laat op de avond komt er nog een Franse camper bijstaan.

dag 38 - 212 km afgelegd - Overnachting: boulevard: Oropesa

Maandag, 10 oktober
Het regende deze nacht. Aan de bewolkte hemel staat een flauw zonnetje, maar het is nog aangenaam warm. We trekken naar de camping Torre del Sol in de omgeving van Cambrils. Van onze heenreis weten we dat deze camping alle comfort biedt en campingcheques aanvaardt. De was moet hoognodig gedaan worden. De handdoeken plakken van het zout door al dat zwemmen in zee.

Het is toch nog 25°C geworden. We wagen nog een laatste duik in zee. De golven slaan hoog op. Het is waarschijnlijk onze laatste kans, want de temperatuur daalt en er komt een regenperiode aan.

dag 39 - 148 km afgelegd - Overnachting: Camping La Torre del Sol: Cambrils

Dinsdag, 11 oktober
De grijze, grauwe hemel en het miezerige weer stimuleren niet om hier langer te blijven, wat we eerst van plan waren. We kunnen beter onze terugreis verderzetten.
Van Cambrils rijden we naar Tarragona, nemen de ring rond Barcelona en via Mataro komen we uiteindelijk in Playa de Pals. Dit plaatsje staat op onze route omdat we hier vrienden willen bezoeken. Playa de Pals is een doolhof met nieuwe straten, dubbele huisnummers... Onze GPS slaat er weer tilt van. Na ons bezoek zoeken we een geschikt plekje voor de nacht, zoals meestal, aan zee. Het was de hele dag "Belgisch weer" met de nodige regen en daling van de temperatuur.

dag 40 - 300 km afgelegd - Overnachting: a.strand: Playa de Pals

Woensdag, 12 oktober
De hele nacht heeft het geregend, gegoten. Deze morgen stond onze camper in een enorme plas water. En het blijft regenen met af en toe een kleine droge pauze.
Adios España!
Tegen de middag zijn we in Perpignan. Tussen Perpignan en Montpellier is er altijd veel wind. Nu ook.

Als we in Sète stoppen om de innerlijke mens te versterken, krijgen we de gas niet aan doordat de wind erin blaast.
We zoeken een meer beschut plaatsje. Hier zien we de reddingsdiensten uitrukken om een in nood geraakte surfer op te vissen.
Op veel plaatsen in Sète is het verboden voor campers. De parkings zijn meestal voorzien van slagbomen. In dit seizoen kan je zowat overal staan, de politie laat het oogluikend toe.

Van Sète rijden we naar Palavas-les-Flôts, dan verder tot Lunel (N113) en tot Nîmes.
Na Nîmes nemen we de N86 tot Bagnos sur Cèse. Hier zou volgens onze campergids een camperplaats met service zijn. Die was er inderdaad maar is nu gesloten. We rijden dus verder richting Donzère waar ook een plaats zou zijn. Ondertussen is het 19.00u en het begint aardig te donkeren.
In Pont-St.Esprit staat op het dorpsplein een camper en een politiewagen. We vragen of overnachten toegelaten is. En ja, uitzonderlijk wel omdat het circus "Zavatto" hier staat. Maar, morgenvroeg om 07.00u moeten we wegwezen. Uiteindelijk staan we hier met vier campers.

dag 41 - 421 km afgelegd - Overnachting: Parking - Pont St.Esprit

Donderdag, 13 oktober
Het is eindelijk weer droog maar het kwik is behoorlijk gezakt (07.00u en 13°C).
We zijn weer op weg, richting Donzère naar de camperplaats zo'n 25 km verder langs de N86.

Vanaf de N86 een baantje in en dan nog 3 km. Maar, oppassen! Je camper mag max. 3m hoog en 3m breed zijn en niet meer dan 3,5 ton wegen. Je moet met een smalle brug over de Rhône.
Komend van de N7 of A7 is Donzère veel gemakkelijker te bereiken. De camperplaats met service is heel het jaar open, niet op zaterdag wegens de markt.

Nadat we hier van de voorzieningen gebruik gemaakt hebben zodat we een paar dagen voortkunnen, keren we terug naar de N86 met als doel Vienne.
In Tournon maken we een stop op een parkingplaats aan de Rhône. We staan hier niet alleen. Je zou hier eventueel kunnen overnachten.
Tot hiertoe namen we de alternatieve routes. We hebben ondervonden dat de N7 toch beter en vlotter is dan de N86.
Vanaf Vienne en rond Lyon verkiezen we de ring (= autoroute) tot in Villefranche-Sud (= geen péage).
Van Villefranche volgen we de N6 tot Chagny en vandaar de N74 tot Chenauve, vóór Dijon.
Rond Dijon nemen we weer de ring (N274) en verlaten die bij afrit Nancy-Troyes vanwaar we verder de N74 volgen tot Toul. Eens door Dijon zoeken we overnachting.

Het is 18.30u. We hebben honger en het wordt al donker. In Orville zien we een groot plein waar verschillende routiers staan. Aan de overkant is een restaurant. Dus, parkeren we hier met de bedoeling eens lekker te gaan eten en hier ergens te overnachten. De camper staat nog niet stil of de restauranthouder klopt aan de deur en verzoekt ons, ons te verplaatsen want dit plein is uitsluitend voor trucks. Oké, we verhuizen en stappen dan het resto binnen. Gezellige boel hier. Rond de toog staan allemaal truckers knus genietend van een pint of wijntje, TV te kijken en te converseren.
Dit is duidelijk een truckersrestaurant. Alle tafels zijn gedekt. Kunnen we hier iets eten? Natuurlijk, waarom niet?
Eén menu: ofwel steak ofwel kip au vin met frietjes
- entrée is zelfbediening: een uitgebreide keuze koud buffet, groenten, paté's, kazen, worsten,...
- dessert naar keuze: taart, chocomousse, glace, .. en dat alles wijn inbegrepen voor de prijs van 12 euro!
Het heeft heerlijk gesmaakt ondanks het feit dat we hier als vreemde eenden in de bijt zaten.
Een mooie afsluiter voor onze dag. We slapen op een parking iets van de weg af. Dit wordt onze laatste nacht, morgen hopen we thuis te zijn.

dag 42 - 485 km afgelegd - Overnachting: parking: Orville

Vrijdag, 14 oktober
Onze laatste reisdag. Deze morgen om 08.00u was het amper 6°C. Dat is wennen na die warme periode ... Maar het is droog en de zon komt er door. Oei! Onderweg mistbanken!! Met de D74 rijden we tot Toul en vandaar nemen we de autosnelweg tot thuis.

17.00u: Veerle-Laakdal - Dit was het dan. We zijn THUIS!
In totaal 7134 km afgelegd.




TIPS en INFO
  • Het is aangenaam reizen in Spanje. Het wegennet is perfect, de natuur is buitengewoon mooi met wisselende landschappen zodat het alles behalve saai is.
  • Gebruik best nieuwe wegenkaarten. Veel wegen zijn gewijzigd en hebben een andere nummering.
  • Heb je een senioren pas, dan neem je die best mee. In de meeste officiële monumenten en instellingen krijg je reductie (niet in privé instellingen).
    Vb Toegang tot de kathedraal in Sevilla is normaal 7 euro, met seniorenpas 1,5 euro. Toegang tot het Alcázar normaal 5 euro, met seniorenpas gratis.
  • Als burger van de Europese Unie heb je gratis toegang in alle musea (niet in privé musea).
  • Veel campings maken reclame met internetaansluiting. Reken er niet teveel op. Ofwel is er helemaal geen internetaansluiting, ofwel zijn er problemen met de connectie, ofwel moet je er enorm voor betalen.
  • De campings vallen mee qua hygiëne en comfort. In het laagseizoen zijn de prijzen merkelijk lager. De gemeentelijke campings zijn meestal minder qua accommodatie en ook duurder.
  • P.S.: Al wat ik hier neerpen zijn eigen ervaringen in een periode van september tot half oktober.
    Het is al laagseizoen, wat je ondervindt aan de prijzen maar ook aan de faciliteiten die minderen.
    Het zeewater is nog warm en de temperaturen zijn nog aangenaam (soms té warm).
    In Oktober begint de regenmaand en dat ondervonden we tijdens onze terugreis.

    Veel leesgenot !!!
    Groetjes van Willy en Andrea




    REISVERHALEN                   FOTOSITE                   Reacties welkom in ons GASTENBOEK